Instellingen voor de e-mailtoepassing
U ontvangt de e-mailinstellingen van de netwerkoperator of serviceprovider
mogelijk in een OMA-bericht (Open Mobile Alliance). Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie over het gebruik van OMA.
Als u hebt gevraagd om de instellingen als OMA-bericht te ontvangen, zet de
telefoon dan in de standby-modus en open de toepassing voor
niet totdat
u de instellingen hebt ontvangen.
Na ontvangst van de verbindingsinstellingen wordt
E-mailinstellingen ontvangen
weergegeven. Als u de instellingen meteen wilt opslaan, drukt u op
Starten
.
• Als u de instellingen wilt opslaan, selecteert u
Opslaan
. Selecteer
Ja
ter
bevestiging.
Als de beschikbare instellingen al zijn doorgevoerd, wordt u gevraagd of u de
bestaande set wilt vervangen. Bevestig de vervanging en selecteer de set die u
wilt vervangen.
De bestaande sets bevinden zich in het menu
Berichten
,
,
Verbinden via
.
Menufuncties
107
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
U wordt gevraagd of u de opgeslagen instellingen wilt activeren. Bevestig dit
als u de nieuwe instellingen wilt gebruiken.
• Als u de ontvangen instellingen eerst wilt weergeven, selecteert u
Bekijken
.
• Als u de instellingen wilt verwijderen, selecteert u
Wegdoen
.
Als de OMA-service niet beschikbaar is, kunt u de instellingen ook handmatig
intoetsen. Druk op
Menu
en selecteer achtereenvolgens
Berichten
,
Berichtinstellingen
en
E-mailberichten
.
• Selecteer eerst
Actieve e-mailinstellingen
en activeer de set waarin u de
verbindingsinstellingen wilt opslaan. Selecteer
Bewerk actieve e-
mailinstellingen
en wijzig de actieve instellingen.
Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in.
Neem contact op met de netwerkoperator of e-mailprovider voor deze
instellingen.
•
Mailboxnaam
. Toets de naam in die u voor de mailbox wilt gebruiken. U
kunt elke gewenste naam gebruiken.
•
E-mailadres
. Toets het e-mailadres in.
•
Mijn mailnaam
. Toets uw naam of alias in. Uw naam en e-mailadres worden
weergegeven.
•
Uitgaande (SMTP) server
. Toets het adres van de server in.
•
Type inkomende server
. Selecteer
POP3
of
IMAP4
, afhankelijk van het type
e-mailsysteem dat u gebruikt. Als beide typen worden ondersteunt,
selecteert u
IMAP4
. Als u het servertype wijzigt, wordt ook het
poortnummer voor inkomende e-mail gewijzigd.
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
108
• Als u het servertype
POP3
hebt geselecteerd, worden
Inkomende (POP3)
server
,
POP3-gebruikersnaam
en
POP3-wachtwoord
weergegeven. Als u
het servertype
IMAP4
hebt geselecteerd, worden
Inkomende (IMAP4) server
,
IMAP4-gebruikersnaam
en
IMAP4-wachtwoord
weergegeven. Toets het
serveradres voor binnenkomende e-mail in en geef vervolgens de
gebruikersnaam en het wachtwoord op om toegang te krijgen tot de e-
mailaccount. Als u geen
SMTP-gebruikersnaam
of
SMTP-wachtwoord
hebt
gedefinieerd, gebruikt de e-mailserver in plaats daarvan de POP3/IMAP4-
gebruikersnaam en het POP3/IMAP4-wachtwoord.
•
Overige instellingen
en selecteer:
•
Ondertekening bijvoegen
. U kunt een handtekening definiëren die
automatisch aan het einde van uw e-mailbericht moet worden
toegevoegd.
•
SMTP-verificatie gebruiken
. Als uw e-mailprovider verificatie eist voor
het verzenden van e-mailberichten, selecteert u
Ja
. Verder moet u uw
SMTP-gebruikersnaam
en
SMTP-wachtwoord
definiëren.
•
SMTP-gebruikersnaam
. Toets de gebruikersnaam voor uitgaande e-mail
in die u van de e-mailprovider hebt ontvangen.
•
SMTP-wachtwoord
. Toets het wachtwoord in dat u voor uitgaande e-
mailberichten wilt gebruiken.
•
Uitgaande (SMTP) poort
. Toets het nummer van de serverpoort voor
uitgaande e-mail in. De meestgebruikte standaardwaarde is 25.
Als u het servertype
POP3
hebt geselecteerd, worden de volgende opties
weergegeven:
Menufuncties
109
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
•
Inkomende (POP3) poort
. Toets het poortnummer in dat u van de e-
mailprovider hebt gekregen.
•
Antwoordadres
. Toets het e-mailadres in waarnaar de antwoorden
moeten worden gestuurd.
•
Beveiligde aanmelding
. Selecteer
Beveiligde aanmelding aan
als voor de
verbinding een gecodeerde aanmelding nodig is. Als dit niet het geval is,
laat u
Beveiligde aanmelding uit
ingeschakeld. Raadpleeg de
serviceprovider als u niet zeker bent. Het gebruik van gecodeerde
aanmelding verhoogt de veiligheid voor gebruikersnamen en
wachtwoorden. De beveiliging van de verbinding zelf wordt hierdoor
niet verhoogd.
•
E-mails ophalen
. Geef aan hoeveel e-mailberichten u per keer wilt
ophalen. Het maximale aantal is 50.
•
Ophaalmethode
. Selecteer
Laatste e-mail
als u alle nieuwe e-
mailberichten wilt ophalen of selecteer
Laatste ongelez.
als u alleen de
ongelezen e-mailberichten wilt ophalen.
•
SMTP-verbindingsinstellingen
om de verbindingsinstellingen voor
uitgaande e-mail te definiëren.
•
POP3-verbindingsinstellingen
om de verbindingsinstellingen voor
inkomende e-mail te definiëren. Zie
De dienstinstellingen handmatig
intoetsen
op pagina
183
.
Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen
in. Neem contact op met uw e-mailprovider voor de instellingen.
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
110
Als u het servertype
IMAP4
hebt geselecteerd, worden de volgende
opties weergegeven:
•
Inkomende (IMAP4) poort
. Toets het poortnummer in dat u van de e-
mailprovider hebt gekregen.
•
Antwoordadres
. Toets het e-mailadres in waarnaar de antwoorden
moeten worden gestuurd.
•
E-mails ophalen
. Geef aan hoeveel e-mailberichten u per keer wilt
ophalen. Het maximale aantal is 50.
•
Ophaalmethode
. Selecteer
Laatste e-mail
als u alle nieuwe e-
mailberichten wilt ophalen of selecteer
Laatste ongelez.
als u alleen de
ongelezen e-mailberichten wilt ophalen.
•
SMTP-verbindingsinstellingen
om de verbindingsinstellingen voor
uitgaande e-mail te definiëren.
•
IMAP4-verbindingsinstellingen
om de verbindingsinstellingen voor
inkomende e-mail te definiëren. Zie
De dienstinstellingen handmatig
intoetsen
op pagina
183
.
Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen
in. Neem contact op met uw e-mailprovider voor de instellingen.