■ Opbellen
1. Toets het netnummer en telefoonnummer in. Als u een onjuist teken intoetst,
drukt u op
Wis
om het teken te verwijderen. Als u wilt bellen terwijl de klep
geopend is, toets u het telefoonnummer in met de cijfertoetsen. De luidspreker
wordt altijd geactiveerd als u de klep opent.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op
voor het
internationale prefix of drukt u op het +-teken als de klep geopend is (het +-
teken vervangt de internationale toegangscode). Toets vervolgens de landcode,
het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in.
2. Druk op
om het nummer te bellen.
U kunt het volume tijdens een gesprek aanpassen met de volumetoets aan de
zijkant van de telefoon.
3. Druk op
om het gesprek te beëindigen of het kiezen te onderbreken.
Zie ook
Opties tijdens een gesprek
op pagina
55
.
Bellen met behulp van de lijst met contacten
• Zie
Zoeken naar een contact
op pagina
117
als u wilt zoeken naar een naam of
telefoonnummer dat is opgeslagen in
Contacten
. Druk op
om het nummer
in het display te bellen.
A
lgemene
functies
53
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
Laatste nummer herhalen
• Druk vanuit de standby-modus eenmaal op
om de lijst met de 20
laatstgekozen nummers weer te geven. Ga naar het gewenste nummer of de
gewenste naam en druk op
om het nummer te bellen.
Uw voicemail bellen (netwerkdienst)
• Houd
ingedrukt in de standby-modus terwijl de klep gesloten is, of druk
op
en
. Wanneer de klep geopend is, houdt u de overeenkomstige
cijfertoets ingedrukt.
Als uw voicemailnummer wordt gevraagd, toetst u dit in en drukt u op
OK
. Zie
ook
Spraakberichten
op pagina
102
.